Hollanda Toplum Bilgisi Sınavı (KNS) - Doğru Cevaplar
📚 Doğru Cevaplar Rehberi
Aşağıdaki sorularda doğru cevaplar yeşil renk ile işaretlenmiştir. Bu sayfayı kullanarak KNS sınavına hazırlanabilirsiniz.
1 U ziet de Nederlandse vlag. Wat zijn de kleuren van?
A) rood, wit, blauw
B) rood, wit, oranje
2 U ziet een foto. Wie is dit?
A) Maxima
B) Willem van Oranje
3 In welk deel van de wereld ligt Nederland?
A) Europa
B) Zuid-Amerika
4 Welk land ligt ten zuiden van Nederland?
A) België
B) Duitsland
5 Welk land ligt ten oosten van Nederland?
A) België
B) Duitsland
6 Welk land is groter?
A) Marokko
B) Nederland
7 Welk land is kleiner?
A) Nederland
B) Turkije
8 Wat betekent Nederland?
A) laag land
B) waterland
9 Kijk naar de foto. Wat is dit?
A) een dijk
B) een haven
10 Wat gebeurt er met Nederland als er geen dijken zijn?
A) Nederland krijgt onder water
B) meer regen
11 Welke stad ligt in de Randstad?
A) Eindhoven
B) Utrecht
12 In Nederland, wonen daar veel mensen of weinig mensen?
A) veel mensen
B) weinig mensen
13 Wat is de hoofdstad van Nederland?
A) Amsterdam
B) Den Haag
14 In welke stad zit de regering van Nederland?
A) Den Haag
B) Rotterdam
15 Waar woont de koning van Nederland?
A) Groningen
B) Zuid-Holland
16 Waar ligt de grootste zeehaven van Nederland?
A) Amsterdam
B) Rotterdam
17 Hoe heet de nationale luchthaven van Nederland?
A) Europoort
B) Schiphol
18 Waar ligt Schiphol?
A) Amsterdam
B) Rotterdam
19 Wie helpt u als u in Nederland aankomt?
A) de regering
B) mijn partner
20 Is Nederland vaak droog of nat?
A) droog
B) nat
21 Als u naar Nederland komt, moet u dan opnieuw uw rijbewijs halen?
A) ja
B) nee
22 In Nederland, zijn de wegen daar druk of rustig?
A) druk
B) rustig
23 In Nederland, zijn daar veel fietsen of weinig fietsen?
A) veel
B) weinig
24 Wat is typisch Nederlands in het verkeer?
A) boten
B) fietsen
25 Leven Nederlanders veel binnen of buiten?
A) binnen
B) buiten
26 Wie ziet u op het plaatje?
A) Spanje
B) Willem van Oranje
27 Was de koning van Spanje katholiek of protestants?
A) katholiek
B) protestants
28 Hoe lang duurde de oorlog met Spanje?
A) 8 jaar
B) 80 jaar
29 Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer?
A) vijftig jaar
B) vierhonderd jaar
30 Waren de VOC-schepen voor de handel of voor de visvangst?
A) voor de handel
B) voor de visvangst
31 Wie schilderde dit schilderij?
A) Rembrandt van Rijn
B) Willem van Oranje
32 Is er in Nederland scheiding van kerk en staat?
A) ja
B) nee
33 Door welk land is Nederland bezet tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A) Duitsland
B) Engeland
34 Welke grote Nederlandse stad is in 1940 gebombardeerd?
A) Amsterdam
B) Rotterdam
35 Waarom is Anne Frank beroemd?
A) Ze schreef een dagboek
B) Ze was baas van een museum
36 Welke kolonie van Nederland werd onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog?
A) Indonesië
B) Suriname
37 Uit welk land kwamen veel gastarbeiders?
A) uit Engeland
B) uit Turkije
38 Welke kolonie van Nederland werd in 1975 onafhankelijk?
A) Antillen
B) Suriname
39 Wie zijn dit?
A) koningin Beatrix en prins Claus
B) koning Willem-Alexander en Maxima
40 Uit welk land komt koningin Maxima?
A) Argentinië
B) Duitsland
41 Hoe heet de kroonprinses?
A) Amalia
B) Beatrix
42 Is Nederland een democratie?
A) ja
B) nee
43 In welke stad zit het parlement van Nederland?
A) Amsterdam
B) Den Haag
44 Wat is de belangrijkste wet in Nederland?
A) de grondwet
B) het parlement
45 Wie is de voorzitter van de raad van ministers?
A) de koning
B) de minister-president
46 Wie vergaderen in deze zaal?
A) de Eerste Kamer
B) de Tweede Kamer
47 Hoe vaak zijn er verkiezingen in Nederland?
A) elke vier jaar
B) elke zes jaar
48 Hoe oud moet u zijn om te mogen stemmen in Nederland?
A) 18 jaar
B) 21 jaar
49 Heeft Nederland één politieke partij of meer politieke partijen?
A) één politieke partij
B) meer politieke partijen
50 Wat is de functie van deze man?
A) burgemeester
B) minister-president
51 Is discriminatie toegestaan in Nederland?
A) ja
B) nee
52 Hebben vrouwen in Nederland méér rechten dan mannen of dezelfde rechten als mannen?
A) meer rechten
B) dezelfde rechten
53 Mogen vrouwen in Nederland zelf kiezen met wie ze willen trouwen?
A) ja
B) nee
54 Is het discrimineren van homoseksuelen strafbaar of toegestaan in Nederland?
A) strafbaar
B) toegestaan
55 Heeft Nederland één staatsgodsdienst of zijn er veel godsdiensten?
A) Er is één staatsgodsdienst
B) Er zijn veel godsdiensten
56 Zijn de kranten, radio en televisie vrij in hun mening in Nederland?
A) ja
B) nee
57 Heeft Nederland veel televisiekanalen of is er één staatstelevisie?
A) Er zijn veel televisiekanalen
B) Er is één staatstelevisie
58 Is homoseksualiteit toegestaan of strafbaar in Nederland?
A) strafbaar
B) toegestaan
59 Is wapenbezit zonder vergunning toegestaan of strafbaar in Nederland?
A) strafbaar
B) toegestaan
60 Is vrouwenbesnijdenis toegestaan of strafbaar in Nederland?
A) strafbaar
B) toegestaan
61 Is het slaan van vrouwen toegestaan of strafbaar in Nederland?
A) strafbaar
B) toegestaan
62 Hebben alle mensen in Nederland hetzelfde geloof?
A) ja
B) nee
63 Welke taal spreken de mensen in Nederland?
A) Duits
B) Nederlands
64 Is het belangrijk om snel Nederlands te leren?
A) ja
B) nee
65 Wat leert u in de Nederlandse taalles?
A) alle Europese talen
B) de Nederlandse taal
66 Moet u voor een taalcursus betalen?
A) ja
B) nee
67 Wie betaalt de taalcursus?
A) De school
B) Ik betaal zelf
68 Gaan in Nederland alleen kinderen naar school of ook volwassenen?
A) alleen kinderen
B) kinderen en volwassenen
69 Worden verjaardagen in Nederland gevierd?
A) ja
B) nee
70 Wat doen Nederlanders meestal als ze bij iemand op bezoek gaan?
A) Ze gaan zomaar naar binnen
B) Ze maken meestal een afspraak
71 Opa’s en oma’s in Nederland, wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart?
A) Ze wonen apart
B) Ze wonen bij hun kinderen
72 Is het voor het leren van de taal goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken?
A) ja
B) nee
73 Wie is in Nederland verantwoordelijk voor wat kinderen doen?
A) de ouders
B) de school
74 Hoe oud zijn de meeste kinderen in Nederland als ze naar school gaan?
A) vier jaar
B) vijf jaar
75 Vanaf welke leeftijd is onderwijs verplicht in Nederland?
A) vier jaar
B) vijf jaar
76 Tot welke leeftijd is onderwijs verplicht in Nederland?
A) twaalf jaar
B) achttien jaar
77 Leren kinderen als ze spelen?
A) ja
B) nee
78 Wie kiest in Nederland de school voor het kind?
A) de gemeente
B) de ouders
79 Zijn er in Nederland op school aparte klassen voor jongens en voor meisjes?
A) ja
B) nee
80 Dragen kinderen in Nederland op school een uniform?
A) ja
B) nee
81 Wat kan deze jongen doen met een computer?
A) alleen spelen
B) spelen en leren
82 Voortgezet onderwijs, is dat voor kinderen vanaf vier jaar of vanaf twaalf jaar?
A) vanaf vier jaar
B) vanaf twaalf jaar
83 Gaan alle kinderen vanaf twaalf jaar naar hetzelfde soort onderwijs, of zijn er twee richtingen?
A) Er is één soort onderwijs
B) Er zijn twee richtingen
84 Tot welke leeftijd moeten kinderen in Nederland naar school?
A) zestien jaar
B) achttien jaar
85 Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken?
A) vanaf zestien jaar
B) vanaf achttien jaar
86 Is het verplicht om uzelf te verzekeren tegen ziektekosten?
A) ja
B) nee
87 Wie betaalt in Nederland uw verzekering tegen ziektekosten?
A) de gemeente
B) mijn partner
88 Als u ziek wordt, waar kan u in Nederland dan het beste eerst naartoe?
A) naar de huisarts
B) naar het ziekenhuis
89 Waar haalt men in Nederland medicijnen op recept?
A) bij de apotheek
B) bij de drogist
90 Waar gaat u in Nederland in een noodgeval naartoe?
A) naar de drogist
B) naar het ziekenhuis
91 Waar werken de meeste specialisten?
A) bij de huisartsenpost
B) in het ziekenhuis
92 Voor wie is het consultatiebureau?
A) voor grote kinderen
B) voor kleine kinderen
93 Wie werken er in Nederland?
A) alleen mannen
B) mannen en vrouwen
94 Wanneer moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later?
A) zo snel mogelijk
B) later
95 Waar is in Nederland steeds minder werk te vinden?
A) in de industrie
B) in de zorg
96 Waar is in Nederland veel werk te vinden?
A) in de landbouw
B) in de zorg
97 Waar is het in Nederland gemakkelijker om werk te vinden?
A) in de beveiliging
B) in de landbouw
98 Hoe vindt u in Nederland gemakkelijker werk, via de krant of via familie?
A) via de krant
B) via familie
99 Waar kunt u zich in Nederland inschrijven als u werk zoekt?
A) bij een school
B) bij een uitzendbureau
100 Geeft men elkaar in Nederland bij een sollicitatiegesprek eerst een hand of gaat men direct zitten?
A) men geeft elkaar eerst een hand
B) men gaat direct zitten
101 Is het leven in Nederland duur of goedkoop?
A) duur
B) goedkoop
🎯 Toplam 101 soru görüntülendi
Doğru cevaplar yeşil renk ile işaretlenmiştir. Bu sayfayı KNS sınavına hazırlık için kullanabilirsiniz.