Hollandaca Okuma Soruları

’s Avonds doe ik mijn ring af. Ik leg mijn ring altijd...
Akşamları yüzüğümü çıkarırım. Yüzüğümü her zaman...
Cevap: Op mijn tafel.
Aaliyah pakt eerst een kopje koffie. Daarna gaat ze...
Aaliyah önce bir fincan kahve alır. Sonra...
Cevap: Werken.
Aaron gaat donderdag op reis. Hij vindt dat...
Aaron Perşembe günü seyahate çıkıyor. O...
Cevap: Spannend.
Aaron is dokter. Hij werkt...
Aaron bir doktor. O...
Cevap: In het ziekenhuis.
Aaron is schilder. Hij schildert meestal...
Aaron bir ressam. Genellikle...
Cevap: Portretten.
Abdul stuurt zijn familie elke week een e-mail. Hij schrijft dan over...
Abdul her hafta ailesine bir e-posta gönderir. O zaman...
Cevap: Zijn leven.
Abel is op school. Hij heeft...
Abel okulda. O...
Cevap: Les.
Achmed is klaar met school. Hij gaat...
Achmed okulu bitirdi. O...
Cevap: Naar huis.
Adam is aan het koken. Hij maakt...
Adam yemek yapıyor. O...
Cevap: Pasta.
Ahmed brengt zijn zoon naar het vliegveld. Zijn zoon gaat...
Ahmed oğlunu havaalanına götürüyor. Oğlu...
Cevap: Reizen.
Aiden is bij de bakker. Hij wil...
Aiden fırında. O...
Cevap: Brood kopen.
Alec gaat naar school. Hij wil graag...
Alec okula gidiyor. O...
Cevap: Leren.
Alex gaat altijd met de trein. Ik ga graag met...
Alex her zaman trenle gider. Ben...
Cevap: De fiets.
Alex is ziek. Hij heeft pijn aan...
Alex hasta. O...
Cevap: Been.
Alex wil nieuwe schoenen. Hij gaat naar...
Alex yeni ayakkabılar istiyor. O...
Cevap: De winkel.
Ali kan niet goed lopen. Hij heeft pijn aan zijn...
Ali iyi yürüyemiyor. O...
Cevap: Been.
Ali werkt in een fabriek. Hij wil...
Ali bir fabrikada çalışıyor. O...
Cevap: Geld verdienen.
Alice werkt in een ziekenhuis. Zij is daar...
Alice bir hastanede çalışıyor. O...
Cevap: Dokter.
Amel sport graag. Sporten is...
Amel spor yapmayı sever. Spor...
Cevap: Gezond.
Ana is niet blij met haar huis. Ze vindt haar huis...
Ana evinden memnun değil. O...
Cevap: Klein.
Ananda is aan het koken. Ze maakt...
Ananda yemek yapıyor. O...
Cevap: Pasta.
Andres werkt op het land. Het werk is...
Andres tarlada çalışıyor. İş...
Cevap: Makkelijk.
Anisa maakt huiswerk op de computer. Ze doet dat...
Anisa bilgisayarda ödev yapıyor. O...
Cevap: Thuis.
Anna is bij de dokter. Ze krijgt...
Anna doktorda. O...
Cevap: Medicijnen.
Anna’s huis is te klein. Ze wil snel...
Anna'nın evi çok küçük. O...
Cevap: Verhuizen.
Anna wast de paprika. Ze gaat…
Anna biberi yıkıyor. O...
Cevap: Eten maken.
Arif wacht op de bus. De bus komt...
Arif otobüsü bekliyor. Otobüs...
Cevap: Nu.
Arjun moet elke dag reizen naar zijn werk. Hij werkt in...
Arjun her gün işe gitmek için seyahat etmek zorunda. O...
Cevap: Een andere stad.
Arnold is schoonmaker. Hij werkt in...
Arnold bir temizlikçi. O...
Cevap: Ziekenhuis.
Ayla eet haar ontbijt snel op. Ze heeft...
Ayla kahvaltısını hızlıca yiyor. O...
Cevap: Honger.
Aziz loopt elke dag. Hij loopt naar...
Aziz her gün yürüyor. O...
Cevap: Zijn werk.
Barry is geslaagd voor zijn examen. Hij krijgt...
Barry sınavını geçti. O...
Cevap: Zijn diploma.
Bart gaat bijna elke dag met de auto. Hij rijdt dan naar...
Bart neredeyse her gün arabayla gider. O...
Cevap: Zijn werk.
Berat geeft les. Hij vertelt over...
Berat ders veriyor. O...
Cevap: Cultuur.
Bilal gaat naar de bioscoop. Hij gaat met zijn...
Bilal sinemaya gidiyor. O...
Cevap: Vriend.
Bob houdt niet van zwemmen. Hij gaat liever...
Bob yüzmeyi sevmiyor. O...
Cevap: Voetbal.
Brenda doet een opleiding. Ze moet iedere avond...
Brenda bir kursa gidiyor. O...
Cevap: Huiswerk maken.
Brian fietst naar zijn werk. Hij gaat liever niet…
Brian işe bisikletle gidiyor. O...
Cevap: Fietsen.
Cai werkt met hout. Hij maakt...
Cai ahşap üzerinde çalışıyor. O...
Cevap: Muziekinstrumenten.
Carla drinkt een glas water. Ze doet dat...
Carla bir bardak su içiyor. O...
Cevap: Uit een fles.
Carlos gaat vroeg slapen. Hij is...
Carlos erken yatıyor. O...
Cevap: Moe.
Carlos is vrij. Hij gaat...
Carlos boş. O...
Cevap: Lopen.
Carlos maakt muziek. Hij doet dat...
Carlos müzik yapıyor. O...
Cevap: Op een Lier.
Carmen eet elke dag een banaan. Soms eet ze ook...
Carmen her gün bir muz yer. Bazen de...
Cevap: Appel.
Caro eet vaak appels. Zij houdt ook van…
Caro sık sık elma yer. O...
Cevap: Banaan.
Caro gaat vaak met de bus naar school. Soms gaat ze...
Caro sık sık okula otobüsle gider. Bazen...
Cevap: Lopen.
Chen verkoopt bloemen. Ze doet dat...
Chen çiçek satıyor. O...
Cevap: Met plezier.
Chris heeft een computer. Hij gebruikt de computer om te...
Chris'in bir bilgisayarı var. O...
Cevap: Werken.
Chris neemt zijn pillen. Hij heeft pijn in zijn...
Chris haplarını alıyor. O...
Cevap: Been.
Christina belt met haar moeder. Ze praten over...
Christina annesiyle telefonda konuşuyor. Onlar...
Cevap: Haar dag.
Christo heeft dorst. Hij drinkt een glas...
Christo susadı. O...
Cevap: Water.
Claire kijk uit het raam. Ze kijkt naar...
Claire pencereden dışarı bakıyor. O...
Cevap: Buiten.
Claire leert Nederlands. Ze vindt Nederlands...
Claire Hollandaca öğreniyor. O...
Cevap: Moeilijk.
Dael heeft veel geld. Hij werkt...
Dael'in çok parası var. O...
Cevap: Veel.
Dafne kan goed zingen. Ze kan ook goed...
Dafne iyi şarkı söyleyebilir. O...
Cevap: Dansen.
Daniël heeft pijn aan zijn kies. Hij gaat naar...
Daniel diş ağrısı çekiyor. O...
Cevap: Tandarts.
Daniëlle gaat studeren. Ze pakt haar...
Danielle ders çalışmaya gidiyor. O...
Cevap: Lesboek.
Dany heeft hoofdpijn. Ze wil...
Dany baş ağrısı çekiyor. O...
Cevap: Een medicijn.
Dario zit op school. Hij maakt een...
Dario okulda. O...
Cevap:
Dave is niet blij met zijn haar. Zijn haar is...
Dave saçından memnun değil. Saçı...
Cevap: Kort.
Dave lust geen koffie. Hij drinkt liever...
Dave kahve sevmiyor. O...
Cevap: Thee.
Dave werkt in een café. Hij moet daar...
Dave bir kafede çalışıyor. O...
Cevap: Betaling nemen.
David en Maria rijden naar de stad. Ze zoeken...
David ve Maria şehre gidiyor. Onlar...
Cevap: Een winkel.
David heeft een boot. Hij gebruikt de boot om te...
David'in bir teknesi var. O...
Cevap: Varen.
David is dik. Hij eet elke dag...
David şişman. O...
Cevap: Veel.
David werkt in een ziekenhuis. Hij is...
David bir hastanede çalışıyor. O...
Cevap: Dokter.
De auto van Leah is kapot. Ze brengt de auto naar...
Leah'in arabası bozuk. O...
Cevap: Garage.
De baas van Patrick is boos. Patrick vindt dat...
Patrick'in patronu kızgın. Patrick...
Cevap: Niet leuk.
De broer van Souad heeft een baby gekregen. Souad is...
Souad'ın erkek kardeşinin bir bebeği oldu. Souad...
Cevap: Oom geworden.
De bus is vaak te laat. Paul vindt dat...
Otobüs sık sık geç kalıyor. Paul...
Cevap: Niet leuk.
De bus rijdt langzaam. Lia wil...
Otobüs yavaş gidiyor. Lia...
Cevap: Lopen.
De dochter van Sophia kijkt veel tv. Ze kan beter gaan...
Sophia'nın kızı çok televizyon izliyor. O...
Cevap: Lezen.
De dokter praat met Sofia. De dokter geeft Sofia...
Doktor Sofia ile konuşuyor. Doktor Sofia'ya...
Cevap: Medicijn.
De familie Wang woont in een leuke straat. Zij wonen naast...
Wang ailesi güzel bir sokakta yaşıyor. Onlar...
Cevap: Een museum.
De kinderen lezen samen. In het boek staat...
Çocuklar birlikte okuyor. Kitapta...
Cevap: Een verhaal.
De klas is leeg. Iedereen is...
Sınıf boş. Herkes...
Cevap: Naar huis.
De koning is op het nieuws. Hij vertelt over...
Kral haberlerde. O...
Cevap: De verkiezing.
De les begint om 11 uur. Hetty gaat...
Ders 11'de başlıyor. Hetty...
Cevap: Naar school.
De les is afgelopen. We willen nu...
Ders bitti. Şimdi...
Cevap: Naar huis.
De man belt in de auto. Dat is...
Adam arabada telefonla konuşuyor. Bu...
Cevap: Verboden.
De stoel is kapot. Jaimy gaat de stoel...
Sandalye bozuk. Jaimy...
Cevap: Repareren.
De trein is vol. Hanna moet...
Tren dolu. Hanna...
Cevap: Lopen.
De zoon van Samira gaat naar school. Samira vindt dat...
Samira'nın oğlu okula gidiyor. Samira...
Cevap: Goed.
Debra zit op school. Ze maakt veel…
Debra okulda. O...
Cevap: Huiswerk.
Die sinaasappel is oud. Je moet de sinaasappel...
Bu portakal eski. Sen...
Cevap: Niet eten.
Diego houdt van koken. Hij kookt graag voor...
Diego yemek yapmayı sever. O...
Cevap: Zijn partner.
Dimitri werkt in een garage. Hij maakt...
Dimitri bir garajda çalışıyor. O...
Cevap: Reparatie.
Dina wast haar handen. Haar handen zijn…
Dina ellerini yıkıyor. Elleri...
Cevap: Vies.
Dunya gaat naar een feest. Het feest is van haar...
Dunya bir partiye gidiyor. Parti...
Cevap: Partner.
Dylan is bij de tandarts. Dat is...
Dylan dişçide. Bu...
Cevap: Niet leuk.
Edgar en Joko koken samen. Ze doen dat...
Edgar ve Joko birlikte yemek yapıyor. Onlar...
Cevap: Graag.
Een mug heeft mij geprikt. Nu krijg ik...
Bir sivrisinek beni ısırdı. Şimdi...
Cevap: Een virus.
Eliza is morgen jarig. Haar vader…
Eliza yarın doğum günü. Babası...
Cevap: Blij.
Ella bakt koekjes. Ze bakt de koekjes voor...
Ella kurabiye pişiriyor. O...
Cevap: Partner.
Emma doet een opleiding. Dat is...
Emma bir kursa gidiyor. Bu...
Cevap: Leuk.
Emma schrijft alles op. Daarna gaat ze...
Emma her şeyi yazıyor. Sonra...
Cevap: Lezen.
Emma wast haar handen. Ze gaat...
Emma ellerini yıkıyor. O...
Cevap: Slapen.
Er is ingebroken bij Ben. Hij belt naar...
Ben'in evine hırsız girdi. O...
Cevap: De politie.
Er komen nieuwe huizen in onze buurt. Ik vind dat...
Mahallemize yeni evler geliyor. Ben...
Cevap: Niet leuk.
Esma wil lerares worden. Zij gaat...
Esma öğretmen olmak istiyor. O...
Cevap: Studeren.
Esra is ziek. Ze vindt dat...
Esra hasta. O...
Cevap: Niet Leuk.
Fanya is op de markt. Ze zoekt...
Fanya pazarda. O...
Cevap: Appel.
Farid is zanger. Hij moet vandaag...
Farid bir şarkıcı. O...
Cevap: Zingen.
Fatima koopt een fiets. Ze gaat met de fiets naar...
Fatima bir bisiklet alıyor. O...
Cevap: School.
Fausia stapt uit de boot. Ze loopt naar...
Fausia tekneden iniyor. O...
Cevap: Huis.
Felipe houdt van lezen. Hij koopt elke maand...
Felipe okumayı sever. O...
Cevap: Een boek.
Felix gaat elke dag zwemmen. Soms gaat hij ook...
Felix her gün yüzmeye gidiyor. Bazen de...
Cevap: Voetbal.
Fico woont ver van zijn werk. Hij moet elke dag...
Fico işinden uzakta yaşıyor. O...
Cevap: Reizen.
Filip maakt de badkamer schoon. Hij vindt dat...
Filip banyoyu temizliyor. O...
Cevap: Niet leuk.
Filiz koopt een nieuwe jas. Ze koopt ook...
Filiz yeni bir ceket alıyor. O...
Cevap: T-shirt.
Finn kijkt nu televisie. Hij gaat straks...
Finn şimdi televizyon izliyor. O...
Cevap: Slapen.
Franco gaat verhuizen. Zijn nieuwe huis heeft een...
Franco taşınıyor. Yeni evinin...
Cevap: Tuin.
Frank leest de krant. Hij leest over...
Frank gazete okuyor. O...
Cevap: Cultuur.
Fred gaat naar school. Hij heeft les tot...
Fred okula gidiyor. O...
Cevap: Tien uur.
Gabriel maakt een opdracht. Hij doet dat...
Gabriel bir ödev yapıyor. O...
Cevap: Thuis.
Gary leest zijn dochter voor. Lezen is...
Gary kızına kitap okuyor. Okumak...
Cevap: Leuk.
Gary woont bij het strand. Hij wil het liefst...
Gary sahilde yaşıyor. O...
Cevap: Vis eten.
Gina kijkt vaak televisie. Ze houdt van programma 's over...
Gina sık sık televizyon izliyor. O...
Cevap: Cultuur.
Grace houdt niet van groente. Ze vindt dat...
Grace sebzeleri sevmiyor. O...
Cevap: Vies.
Halil rijdt in een vrachtwagen. Hij vindt dat...
Halil bir kamyon sürüyor. O...
Cevap: Leuk.
Han heeft zijn diploma gehaald. Hij gaat nu...
Han diplomasını aldı. O...
Cevap: Werken.
Hannah eet graag vis. Ze haalt die vis...
Hannah balık yemeyi sever. O...
Cevap: Markt.
Hannah leert Nederlands. Ze leert ook...
Hannah Hollandaca öğreniyor. O...
Cevap: Engels.
Hannah maakt haar huis schoon. Ze doet dat...
Hannah evini temizliyor. O...
Cevap: Goed.
Harold is niet alleen. Hij heeft...
Harold yalnız değil. O...
Cevap: Een partner.
Harry is gevallen. Hij heeft...
Harry düştü. O...
Cevap: Pijn.
Hassan maakt zijn brommer. Het wiel is...
Hassan motorsikletini tamir ediyor. Tekerlek...
Cevap: Stuk.
Hassan werkt in een restaurant. Hij leert daar...
Hassan bir restoranda çalışıyor. O...
Cevap: Koken.
Het bord van Sahid is gevallen. Sahid is...
Sahid'in tabağı düştü. Sahid...
Cevap: Boos.
Het eten is heel warm! Je moet...
Yemek çok sıcak! Sen...
Cevap: Wachten.
Het fruit is op. Ik ga nu naar...
Meyve bitti. Şimdi...
Cevap: de winkel.
Het huis van Tania is heel groot. Haar huis heeft...
Tania'nın evi çok büyük. Onun evi...
Cevap: een tuin.
Het is donker. Ik reis dan liever niet met...
Karanlık. O zaman...
Cevap: de fiets.
Het is druk in de stad. Er zijn veel...
Şehirde kalabalık. Çok...
Cevap: mensen.
Het is druk op de weg. Emir vindt dat...
Yolda kalabalık. Emir...
Cevap: niet leuk.
Het is druk op het station. Er zijn veel...
İstasyonda kalabalık. Çok...
Cevap: mensen.
Het is koud in het huis van Faiz. Hij wil...
Faiz'in evinde soğuk. O...
Cevap: warmte.
Het is slecht weer. Gaan we met de...?
Hava kötü. Biz...
Cevap: auto.
Het is stil in de klas. De leerlingen...
Sınıfta sessizlik. Öğrenciler...
Cevap: luisteren.
Het is warm vandaag. Ana wil...
Bugün hava sıcak. Ana...
Cevap: lopen.
Het is zondag. Eva gaat op zondag altijd naar...
Pazar. Eva her zaman...
Cevap: rusten.
Het regent al de hele dag. William wil...
Bütün gün yağmur yağıyor. William...
Cevap: zitten.
Het regent onderweg. Marta wil...
Yolda yağmur yağıyor. Marta...
Cevap: loopt.
Het vliegveld is ver weg. We gaan naar het vliegveld met...
Havaalanı uzak. Biz...
Cevap:
Hetty is klaar met koken. Ze roept...
Hetty yemek pişirmeyi bitirdi. O...
Cevap:
Hiba houdt van katten. Ze houdt niet van...
Hiba kedileri sever. O...
Cevap:
Hue wil naar de markt. Ze gaat...
Hue pazara gitmek istiyor. O...
Cevap:
Ibrahim heeft een kar met spullen. Hij brengt de spullen...
Ibrahim bir el arabasıyla eşyaları taşıyor. O...
Cevap:
Iedereen is blij. Het is...
Herkes mutlu. Bu...
Cevap:
Ik ben op zoek naar het treinstation. Kunt u mij...
Tren istasyonunu arıyorum. Bana...
Cevap:
Ik ben ziek. Ik ga morgen niet...
Hastayım. Yarın...
Cevap:
Ik drink geen alcohol. Ik drink wel graag...
Alkol içmiyorum. Ben...
Cevap:
Ik eet graag brood. Ik houd niet van...
Ekmek yemeyi severim. Ben...
Cevap:
Ik eet nooit druiven. Ik vind druiven...
Asla üzüm yemem. Ben...
Cevap:
Ik eet nooit kip. Dat vind ik...
Asla tavuk yemem. Ben...
Cevap:
Ik ga een taart maken. Wil jij...?
Bir pasta yapacağım. Sen...
Cevap:
Ik ga morgen brood kopen. Brood koop ik meestal...
Yarın ekmek alacağım. Ben...
Cevap:
Ik ga naar de huisarts. Hij geeft mij...
Doktora gidiyorum. O...
Cevap:
Ik ga naar mijn zus. Mijn zus woont...
Kız kardeşime gidiyorum. Kız kardeşim...
Cevap:
Ik ga straks naar Hamza. Hij is...
Birazdan Hamza'ya gideceğim. O...
Cevap:
Ik ga vaak met de bus. Ik ga dan naar...
Sık sık otobüsle giderim. O zaman...
Cevap:
Ik heb deze krant gelezen. Wil jij de krant nu...?
Bu gazeteyi okudum. Şimdi...
Cevap:
Ik heb een computer met internet. Die gebruik ik...
İnternetli bir bilgisayarım var. Onu...
Cevap:
Ik heb een nieuwe tafel gekocht. Wil jij mijn oude tafel...?
Yeni bir masa aldım. Eski masamı...
Cevap:
Ik heb geen auto. Een auto is...
Arabam yok. Bir araba...
Cevap:
Ik heb soep gemaakt. Wil jij mijn soep...?
Çorba yaptım. Çorbamı...
Cevap:
Ik heb wortels gekocht. Ik koop de wortels voor...
Havuç aldım. Havuçları...
Cevap:
Ik houd van tekenen. Ik teken...
Çizmeyi severim. Ben...
Cevap:
Ik lees het nieuws op mijn telefoon. Mijn man leest het nieuws...
Haberleri telefonumda okuyorum. Kocam...
Cevap:
Ik lees vaak. Ik lees graag...
Sık sık okurum. Ben...
Cevap:
Ik wil zieke mensen helpen. Ik vind dat...
Hasta insanlara yardım etmek istiyorum. Ben...
Cevap:
Imani vindt school leuk. Zij houdt van...
Imani okulu seviyor. O...
Cevap:
In de stad rijden veel brommers. Ik vind dat...
Şehirde çok motorsiklet var. Ben...
Cevap:
In een grote stad wonen veel mensen. Ik vind dat...
Büyük bir şehirde çok insan yaşıyor. Ben...
Cevap:
In het eten zitten pepers. Ik vind dat...
Yemekte biber var. Ben...
Cevap:
Inez en Luis bouwen een huis. Het huis heeft nog geen...
Inez ve Luis bir ev inşa ediyor. Evin henüz...
Cevap:
Inez gaat naar een concert. Ze gaat...
Inez bir konsere gidiyor. O...
Cevap:
Is dat boek leuk? Ik wil het boek ook graag...
Bu kitap güzel mi? Ben de...
Cevap:
Isa heeft pauze. Ze belt met haar...
Isa mola veriyor. O...
Cevap:
Isabel speelt graag met haar pop. Soms speelt ze ook met...
Isabel bebeğiyle oynamayı sever. Bazen de...
Cevap:
Ismet heeft groenten in zijn tuin. Hij gaat de groenten...
Ismet bahçesinde sebzeler var. O...
Cevap:
Ivan is niet blij met zijn werk. Hij vindt zijn werk te...
Ivan işinden memnun değil. O...
Cevap:
Iwan wil gezond zijn. Hij drinkt geen...
Iwan sağlıklı olmak istiyor. O...
Cevap:
Jack koopt tomaten. Hij koopt ook...
Jack domates alıyor. O...
Cevap:
Jack wil de muziek niet horen. Hij vindt de muziek...
Jack müzik duymak istemiyor. O...
Cevap:
Jacques is leraar. Hij geeft...
Jacques bir öğretmen. O...
Cevap:
Jada maakt pannenkoeken voor haar familie. Zij doet dat...
Jada ailesi için pankek yapıyor. O...
Cevap:
Jafar houdt niet van dansen. Hij vindt dansen...
Jafar dans etmeyi sevmiyor. O...
Cevap:
Jakob zoekt een taxi. Hij wil...
Jakob bir taksi arıyor. O...
Cevap:
Jamal heeft een nieuwe scooter. Hij kan nu...
Jamal'in yeni bir scooter'ı var. O...
Cevap:
Jamal woont in een flatgebouw. Hij wil graag...
Jamal bir apartmanda yaşıyor. O...
Cevap:
Jamila maakt kleding. Die kleding is voor...
Jamila kıyafet yapıyor. Bu kıyafetler...
Cevap:
Jan heeft zijn arm gebroken. Hij moet nu...
Jan kolunu kırdı. O...
Cevap:
Janek heeft koorts. Zijn moeder geeft hem...
Janek ateşi var. Annesi ona...
Cevap:
Janine leert Nederlands. Ze praat met de lerares over...
Janine Hollandaca öğreniyor. O...
Cevap:
Jara is zwanger. Ze krijgt...
Jara hamile. O...
Cevap:
Jasmine gaat naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis zijn...
Jasmine hastaneye gidiyor. Hastanede...
Cevap:
Jason gaat graag naar school. Hij kan goed...
Jason okula gitmeyi sever. O...
Cevap:
Jessie houdt van muziek. Ze speelt graag...
Jessie müziği sever. O...
Cevap:
Jessie moet langer werken vandaag. Ze mag pas om acht uur...
Jessie bugün daha uzun çalışmak zorunda. O...
Cevap:
Jessy koopt een kaartje. Ze gaat...
Jessy bir bilet alıyor. O...
Cevap:
Jie is op de markt. Hij ziet...
Jie pazarda. O...
Cevap:
Jim gaat naar het strand. Het is daar...
Jim sahile gidiyor. Orada...
Cevap:
Jim heeft haast. Hij moet snel naar...
Jim'in acelesi var. O...
Cevap:
Jim staat voor de school. Hij wacht op...
Jim okulun önünde duruyor. O...
Cevap:
Jing maakt de borden schoon. Daarna gaat ze...
Jing tabakları temizliyor. Sonra...
Cevap:
Joel heeft een vieze keuken. Hij moet...
Joel'in kirli bir mutfağı var. O...
Cevap:
Johan heeft veel boeken. Hij houdt van...
Johan'ın çok kitabı var. O...
Cevap:
Johanna doet suiker in haar koffie. Suiker is...
Johanna kahvesine şeker koyuyor. Şeker...
Cevap:
John en zijn dochter bakken samen taart. Ze vinden dat...
John ve kızı birlikte kek pişiriyor. Onlar...
Cevap:
John houdt van paarden. Hij vindt paarden...
John atları sever. O...
Cevap:
John woont bij een bos. Hij gaat daar elk weekend...
John bir ormanın yanında yaşıyor. O...
Cevap:
Johnny is moe. Hij wil...
Johnny yorgun. O...
Cevap:
Johnny is vrij op zaterdag. Hij gaat...
Johnny Cumartesi günü boş. O...
Cevap:
Jonas werkt altijd buiten. Dat is...
Jonas her zaman dışarıda çalışıyor. Bu...
Cevap:
Josh heeft de hele dag gelopen. Hij wil nu...
Josh bütün gün yürüdü. O...
Cevap:
Josh koopt een krant in de winkel. Hij koopt ook...
Josh bir dükkandan gazete alıyor. O...
Cevap:
Judy leest een tijdschrift. Soms leest ze ook...
Judy bir dergi okuyor. Bazen de...
Cevap:
Julio gaat verhuizen. Hij moet...
Julio taşınıyor. O...
Cevap:
Karim heeft pijn in zijn rug. Hij moet...
Karim sırt ağrısı çekiyor. O...
Cevap:
Karim leest het weerbericht. Het weer wordt...
Karim hava durumunu okuyor. Hava...
Cevap:
Karima gaat naar de dokter. Ze voelt zich...
Karima doktora gidiyor. O...
Cevap:
Karin kijkt naar het journaal. Ze doet dat...
Karin haberleri izliyor. O...
Cevap:
Karl gaat met zijn dochter naar de dierentuin. Ze kijken naar...
Karl kızıyla hayvanat bahçesine gidiyor. Onlar...
Cevap:
Katya volgt een opleiding. Ze wil...
Katya bir kursa gidiyor. O...
Cevap:
Kay zoekt een nieuw huis. Hij vindt zijn oude huis...
Kay yeni bir ev arıyor. O...
Cevap:
Kei eet 's avonds met zijn familie. Dat vindt hij...
Kei akşam yemeğini ailesiyle yiyor. O...
Cevap:
Kenji rookt al twintig jaar sigaretten. Dat is...
Kenji yirmi yıldır sigara içiyor. Bu...
Cevap:
Kenny zoekt op internet. Hij zoekt naar...
Kenny internette arıyor. O...
Cevap:
Kevin eet een salade met paprika. In de salade zit ook...
Kevin bir salata yiyor. Salatada...
Cevap:
Kevin heeft huiswerk. Hij moet veel...
Kevin'in ödevi var. O...
Cevap:
Kevin werkt in een restaurant. Hij maakt vandaag...
Kevin bir restoranda çalışıyor. O...
Cevap:
Kevin zit in de klas. Hij heeft een question over...
Kevin sınıfta. O...
Cevap:
Khalid is visser. Na het werk is hij vaak...
Khalid bir balıkçı. İşten sonra...
Cevap:
Kris werkt in de tuin. Hij doet dat...
Kris bahçede çalışıyor. O...
Cevap:
Kun je mij een lepel geven? Ik wil...
Bana bir kaşık verebilir misin? Ben...
Cevap:
Kun je mij naar het station brengen. Ik moet op tijd...
Beni istasyona götürebilir misin? Ben...
Cevap:
Kwasi is chauffeur. Hij rijdt...
Kwasi bir şoför. O...
Cevap:
Laila moet elke dag vroeg opstaan. Soms is ze...
Laila her gün erken kalkmak zorunda. Bazen...
Cevap:
Laiqa werkt elke dag buiten. Ze houdt van...
Laiqa her gün dışarıda çalışıyor. O...
Cevap:
Laura heeft veel collega 's. Ze gaan samen...
Laura'nın çok iş arkadaşı var. Onlar...
Cevap:
Lea eet graag in een restaurant. Ze vindt dat...
Lea restoranda yemek yemeyi sever. O...
Cevap:
Lea gaat naar haar kleinzoon. Ze geeft hem...
Lea torununa gidiyor. O...
Cevap:
Lea is in het ziekenhuis. Ze wil...
Lea hastanede. O...
Cevap:
Lei speelt op straat. Dat is...
Lei sokakta oynuyor. Bu...
Cevap:
Leon is verkouden. Hij moet...
Leon nezle. O...
Cevap:
Leon speelt gitaar. Hij doet dat...
Leon gitar çalıyor. O...
Cevap:
Leyla slaapt samen met haar zus in een kamer. Zij vinden dat...
Leyla kız kardeşiyle aynı odada uyuyor. Onlar...
Cevap:
Li en Chen gaan iets drinken. Ze drinken...
Li ve Chen bir şeyler içmeye gidiyor. Onlar...
Cevap:
Lia wil meer geld voor haar werk. Dan kan ze...
Lia işi için daha fazla para istiyor. O zaman...
Cevap:
Liam kan niet goed zien. Hij moet...
Liam iyi göremiyor. O...
Cevap:
Lily gaat elke dinsdag sporten. Ze eet daarna altijd...
Lily her Salı spor yapıyor. O...
Cevap:
Lin zoekt werk. Ze gaat naar...
Lin iş arıyor. O...
Cevap:
Ling wil iets eten. Ze eet liever geen...
Ling bir şeyler yemek istiyor. O...
Cevap:
Linn heeft niet goed geslapen. Ze blijft...
Linn iyi uyumadı. O...
Cevap:
Liyen gaat vanavond koken. Ze gaat eerst...
Liyen bu akşam yemek yapacak. O...
Cevap:
Lizzie en haar moeder gaan met het vliegtuig. Lizzie vindt dat...
Lizzie ve annesi uçakla gidiyor. Lizzie...
Cevap:
Loes is ziek. Zij gaat vandaag...
Loes hasta. O...
Cevap:
Louis gaat op de scooter naar zijn werk. Hij doet dat...
Louis işe scooterla gidiyor. O...
Cevap:
Louis gebruikt de computer. Hij wil...
Louis bilgisayar kullanıyor. O...
Cevap:
Lucia heeft haar been gebroken. Nu kan ze niet...
Lucia bacağını kırdı. O...
Cevap:
Lucia wil nieuw werk. Ze vindt haar oude werk...
Lucia yeni bir iş istiyor. O...
Cevap:
Madee heeft een auto. Ze gaat met de auto naar...
Madee'nin bir arabası var. O...
Cevap:
Mae heeft een nieuwe auto. Ze kan nu...
Mae'nin yeni bir arabası var. O...
Cevap:
Mag ik jouw brommer lenen? Mijn brommer is...
Scooter'ını ödünç alabilir miyim? Benim scooter'ım...
Cevap:
Mai kijkt niet naar het nieuws. Ze vindt het nieuws...
Mai haberleri izlemiyor. O...
Cevap:
Maja maakt soep. De soep is...
Maja çorba yapıyor. Çorba...
Cevap:
Malik gaat vandaag niet sporten. Hij heeft geen...
Malik bugün spor yapmıyor. O...
Cevap:
Malik heeft een nieuwe bank gekocht. De oude bank was...
Malik yeni bir bank aldı. Eski bank...
Cevap:
Mandy eet vaak chips als ze een film kijkt. Ze eet soms ook...
Mandy sık sık film izlerken cips yer. Bazen de...
Cevap:
Manuel is buschauffeur. Hij rijdt...
Manuel bir otobüs şoförü. O...
Cevap:
Marco heeft zin in koffie. Hij wil ook...
Marco kahve içmek istiyor. O...
Cevap:
Marco is ziek. Hij belt...
Marco hasta. O...
Cevap:
Maria heeft griep. Ze moet...
Maria grip. O...
Cevap:
Maria kan goed koken. Ze kookt meestal...
Maria iyi yemek yapabilir. O...
Cevap:
Maria leest een boek. Ze vindt het...
Maria bir kitap okuyor. O...
Cevap:
Maria leest op zondag de krant. Ze leest soms...
Maria Pazar günü gazete okuyor. Bazen de...
Cevap:
Mariam praat met de leraar. Mariam praat ook met haar...
Mariam öğretmenle konuşuyor. Mariam ayrıca...
Cevap:
Martin eet elke ochtend een ei. Zijn vrouw eet meestal...
Martin her sabah bir yumurta yer. Karısı...
Cevap:
Martin stelt een question aan de docent. De question gaat over...
Martin öğretmene bir soru soruyor. Soru...
Cevap:
Maryam kookt voor Dina. Maryam maakt...
Maryam Dina için yemek yapıyor. Maryam...
Cevap:
Masha kan vandaag zitten in de bus. Soms moet ze...
Masha bugün otobüste oturabilir. Bazen...
Cevap:
Max draagt een helm op zijn werk. Dat moet van zijn...
Max işte bir kask takıyor. Bu...
Cevap:
Max voetbalt graag. Voetballen is...
Max futbol oynamayı sever. Futbol...
Cevap:
Maya doet de gordijnen dicht. Ze gaat...
Maya perdeleri kapatıyor. O...
Cevap:
Megan gaat vandaag verhuizen. Ze woont straks...
Megan bugün taşınıyor. O...
Cevap:
Melissa wacht op het station. Ze wacht op haar...
Melissa istasyonda bekliyor. O...
Cevap:
Mevrouw Perez heeft geen auto meer. Nu moet ze...
Bayan Perez'in artık arabası yok. O...
Cevap:
Mia maakt zelf kleren. Vandaag maakt ze een...
Mia kendi kıyafetlerini yapıyor. Bugün...
Cevap:
Mia moet snel naar huis. Ze gaat met de...
Mia eve hızlıca gitmek zorunda. O...
Cevap:
Michael houdt niet van tennis. Hij houdt meer van...
Michael tenisi sevmiyor. O...
Cevap:
Michelle kijkt vaak films. Ze houdt van films over...
Michelle sık sık film izliyor. O...
Cevap:
Michelle maakt huiswerk. Ze vindt het huiswerk...
Michelle ödev yapıyor. O...
Cevap:
Miguel stopt met werken. Hij is...
Miguel çalışmayı bırakıyor. O...
Cevap:
Mijn auto is kapot. Nu moet ik...
Arabam bozuk. Şimdi...
Cevap:
Mijn baas fietst elke dag. Ik doe dat...
Patronum her gün bisiklet sürüyor. Ben...
Cevap:
Mijn benzine is op. Nu moet ik...
Benzinim bitti. Şimdi...
Cevap:
Mijn broer houdt niet van varen. Hij wordt altijd ziek op...
Erkek kardeşim deniz yolculuğunu sevmiyor. O...
Cevap:
Mijn broer zingt veel. Hij is...
Erkek kardeşim çok şarkı söylüyor. O...
Cevap:
Mijn buurman maakt graag muziek. Dat vind ik...
Komşum müzik yapmayı sever. Ben...
Cevap:
Mijn opa gaat elke dag wandelen. Dat is...
Dedem her gün yürüyüşe çıkar. Bu...
Cevap:
Mijn opa zit op de bank. Hij kijkt naar...
Dedem bankta oturuyor. O...
Cevap:
Mijn telefoon is kapot. Nu kan ik niet...
Telefonum bozuk. Şimdi...
Cevap:
Mijn trein vertrekt over een half uur. Ik ga nu...
Trenim yarım saat sonra kalkıyor. Şimdi...
Cevap:
Mijn vader heeft een paard. Hij gaat...
Babamın bir atı var. O...
Cevap:
Mijn vader loopt met een stok. Mijn vader is...
Babam bir bastonla yürüyor. Babam...
Cevap:
Mijn vader luistert graag naar het nieuws. Hij luistert ook naar...
Babam haberleri dinlemeyi sever. O...
Cevap:
Mijn zus rijdt altijd hard. Ik vind dat...
Kız kardeşim her zaman hızlı sürer. Ben...
Cevap:
Mike heeft pijn aan zijn been. Hij heeft ook pijn aan zijn...
Mike bacağı ağrıyor. O...
Cevap:
Mina werkt bij de supermarkt. Ze werkt daar...
Mina süpermarkette çalışıyor. O...
Cevap:
Ming rijdt vaak op zijn scooter. Hij wil niet...
Ming sık sık scooter'ına biner. O...
Cevap:
Mira heeft zin in koffie. Ze drinkt koffie met...
Mira kahve içmek istiyor. O...
Cevap:
Mo en zijn familie spelen een spel. Daarna gaan ze...
Mo ve ailesi bir oyun oynuyor. Sonra...
Cevap:
Mo zit aan tafel. Hij schrijft een brief aan zijn...
Mo masada oturuyor. O...
Cevap:
Mohammed maakt auto’s. Dat vindt hij...
Mohammed arabalar yapıyor. O...
Cevap:
Monica maakt graag foto 's. Ze maakt het liefst foto 's van...
Monica fotoğraf çekmeyi sever. O...
Cevap:
Monica wil graag een huis met een tuin. Ze vindt dat...
Monica bahçeli bir ev istiyor. O...
Cevap:
Myra en Liz gaan naar een café. Ze willen graag...
Myra ve Liz bir kafeye gidiyor. Onlar...
Cevap:
Nadia heeft kip gekocht. Ze gaat de kip eerst...
Nadia tavuk aldı. O...
Cevap:
Naima wil kapper worden. Ze leert...
Naima kuaför olmak istiyor. O...
Cevap:
Nancy en Oscar zitten in de bioscoop. Ze vinden de film...
Nancy ve Oscar sinemada. Onlar...
Cevap:
Nasir zoekt a nieuw huis. Hij wil een huis met...
Nasir yeni bir ev arıyor. O...
Cevap:
Nasira woont bij de supermarkt. Ze woont ook bij...
Nasira süpermarketin yanında yaşıyor. O...
Cevap:
Nick wil naar zijn familie. Hij reist met...
Nick ailesine gitmek istiyor. O...
Cevap:
Nick zoekt werk. Hij wil graag werken bij...
Nick iş arıyor. O...
Cevap:
Nicole gaat naar de tandarts. Ze heeft pijn aan haar...
Nicole dişçiye gidiyor. O...
Cevap:
Nikki zoekt een nieuw huis. Ze wil graag...
Nikki yeni bir ev arıyor. O...
Cevap:
Nina speelt in de tuin. Ze speelt met...
Nina bahçede oynuyor. O...
Cevap:
Noah leest een bericht in de krant. Het bericht gaat over...
Noah gazetede bir haber okuyor. Haber...
Cevap:
Noor werkt in een winkel. Ze verkoopt broeken en ook...
Noor bir mağazada çalışıyor. O...
Cevap:
Nora en Souffian wonen in een dorp. Ze wonen liever...
Nora ve Souffian bir köyde yaşıyor. Onlar...
Cevap:
Odara ruimt het huis op. Ze legt de kleren...
Odara evi temizliyor. O...
Cevap:
Olga is ziek. Ze moet...
Olga hasta. O...
Cevap:
Omar koopt vis. Hij koopt ook...
Omar balık alıyor. O...
Cevap:
Omid leest 's ochtends altijd eerst de krant. Daarna gaat hij...
Omid her sabah önce gazete okuyor. Sonra...
Cevap:
Ons dak is kapot. Wij moeten...
Çatımız bozuk. Biz...
Cevap:
Orma heeft leuke buren. Ze gaat met haar buren...
Orma'nın güzel komşuları var. O...
Cevap:
Pablo gaat vaak met de trein. Hij gaat dan naar...
Pablo sık sık trenle gider. O...
Cevap:
Pablo speelt gitaar. Hij oefent...
Pablo gitar çalıyor. O...
Cevap:
Pari gaat elke dag met de bus. Vandaag gaat ze...
Pari her gün otobüsle gider. Bugün...
Cevap:
Pascal vindt zijn werk moeilijk. Hij wil...
Pascal işini zor buluyor. O...
Cevap:
Paul gaat vroeg naar bed. Hij moet morgen...
Paul erken yatıyor. O...
Cevap:
Paul heeft honger. Zijn moeder geeft hem...
Paul acıktı. Annesi ona...
Cevap:
Paul viert zijn verjaardag. Hij is...
Paul doğum gününü kutluyor. O...
Cevap:
Paula heeft een brief gekregen. De brief is van...
Paula bir mektup aldı. Mektup...
Cevap:
Pedro doet de lamp aan. Het is...
Pedro lambayı yakıyor. Bu...
Cevap:
Pedro woont op een boerderij. Hij heeft daar...
Pedro bir çiftlikte yaşıyor. O...
Cevap:
Peter maakt machines. Hij werkt vaak...
Peter makineler yapıyor. O...
Cevap:
Peter speelt met zijn zoon. Ze zijn...
Peter oğluyla oynuyor. Onlar...
Cevap:
Philip fietst op de weg. De weg is...
Philip yolda bisiklet sürüyor. Yol...
Cevap:
Philippa zit in de tuin. Ze zit ook vaak...
Philippa bahçede oturuyor. O...
Cevap:
Pia woont naast een park. Ze gaat daar...
Pia bir parkın yanında yaşıyor. O...
Cevap:
Priya doet een opleiding. Later wordt ze...
Priya bir kursa gidiyor. O...
Cevap:
Priya maakt saus. Haar dochters willen...
Priya sos yapıyor. Kızları...
Cevap:
Quito eet vandaag niet thuis. Hij eet...
Quito bugün evde yemiyor. O...
Cevap:
Rachel zingt vaak alleen. Soms zingt ze ook...
Rachel sık sık yalnız şarkı söyler. Bazen de...
Cevap:
Rafael heeft een telefoon. Hij belt elke dag met zijn...
Rafael'in bir telefonu var. O...
Cevap:
Raheem heeft een fijn huis. Hij woont daar met...
Raheem'in güzel bir evi var. O...
Cevap:
Rahime heeft Nederlandse les. Ze vindt haar docent...
Rahime Hollandaca dersi alıyor. O...
Cevap:
Rasha werkt op een kantoor. Het kantoor is...
Rasha bir ofiste çalışıyor. Ofis...
Cevap:
Remi werkt op de markt. Hij verkoopt…
Remi pazarda çalışıyor. O...
Cevap:
Rhonda is haar sleutel kwijt. Nu moet ze...
Rhonda anahtarını kaybetti. Şimdi...
Cevap:
Rico eet vaak snoep. Snoep is slecht voor...
Rico sık sık şeker yer. Şeker...
Cevap:
Rico krijgt een prik. Hij is...
Rico bir iğne oluyor. O...
Cevap:
Rima en haar dochter zijn in de keuken. Haar dochter wil...
Rima ve kızı mutfakta. Kızı...
Cevap:
Robin loopt snel naar school. Hij is...
Robin hızlıca okula yürüyor. O...
Cevap:
Romeo werkt op een school. Hij geeft les aan...
Romeo bir okulda çalışıyor. O...
Cevap:
Roy wil zijn vriend spreken. Hij gaat...
Roy arkadaşıyla konuşmak istiyor. O...
Cevap:
Ryan heeft weinig geld. Hij werkt...
Ryan'in az parası var. O...
Cevap:
Ryan wil een film zien. Hij gaat naar...
Ryan bir film izlemek istiyor. O...
Cevap:
Sabir heeft een nieuwe baan. Hij werkt bij...
Sabir yeni bir iş buldu. O...
Cevap:
Saïd heeft vakantie. Hij gaat...
Saïd tatilde. O...
Cevap:
Saïd is te laat op zijn werk. Zijn baas is...
Saïd işe geç kaldı. Patronu...
Cevap:
Salih is bakker. Hij werkt meestal...
Salih bir fırıncı. O...
Cevap:
Salim snijdt de uien. Zijn vrouw gaat...
Salim soğanları kesiyor. Karısı...
Cevap:
Sam is vandaag op school. Hij gaat straks naar…
Sam bugün okulda. O...
Cevap:
Sam loopt het lokaal uit. Hij gaat...
Sam sınıftan çıkıyor. O...
Cevap:
Samir is te laat voor de trein. Hij moet nu...
Samir trene geç kaldı. O...
Cevap:
Samira heeft een gesprek met haar baas. Ze praten over...
Samira patronuyla bir görüşme yapıyor. Onlar...
Cevap:
Samira gaat naar haar ouders. Ze gaan samen...
Samira ailesine gidiyor. Onlar...
Cevap:
Samira heeft pijn aan haar rug. Ze kan niet goed...
Samira sırt ağrısı çekiyor. O...
Cevap:
Samuel heeft vandaag les. Hij gaat morgen...
Samuel bugün ders var. O...
Cevap:
Samuel praat met zijn baas. Hij questiont...
Samuel patronuyla konuşuyor. O...
Cevap:
Samuel vindt de pauze leuk. Hij gaat dan...
Samuel mola vermeyi sever. O...
Cevap:
Sandra moet vandaag veel doen. Ze moet...
Sandra bugün çok şey yapmak zorunda. O...
Cevap:
Sanne kan niet goed koken. Het eten is...
Sanne iyi yemek yapamıyor. Yemek...
Cevap:
Sara lacht. Zij is…
Sara gülüyor. O...
Cevap:
Sara praat met haar buurvrouw. Ze praten over...
Sara komşusuyla konuşuyor. Onlar...
Cevap:
Sarah is nooit ziek. Zij voelt zich altijd...
Sarah asla hasta olmaz. O...
Cevap:
Sari zoekt een cursusboek. Ze gaat naar...
Sari bir kurs kitabı arıyor. O...
Cevap:
Sarina reist met de bus. Zij gaat naar…
Sarina otobüsle seyahat ediyor. O...
Cevap:
Sasha eet niet altijd thuis. Ze gaat vaak naar...
Sasha her zaman evde yemek yemez. O...
Cevap:
Sasha gaat naar de bioscoop. Ze kijkt...
Sasha sinemaya gidiyor. O...
Cevap:
Sasha heeft een hond. Ze heeft ook...
Sasha'nın bir köpeği var. O...
Cevap:
Savita gaat solliciteren. Ze wil...
Savita iş başvurusu yapıyor. O...
Cevap:
Scott doet een opleiding. Hij vindt leren...
Scott bir kursa gidiyor. O...
Cevap:
Selim kan zijn broer niet bellen. Hij stuurt zijn broer een...
Selim erkek kardeşini arayamıyor. O...
Cevap:
Shaila draagt een rugzak naar school. In de rugzak zit...
Shaila okula bir sırt çantası taşıyor. Çantada...
Cevap:
Shanna heeft haar diploma. Ze is...
Shanna diplomasını aldı. O...
Cevap:
Shing heeft zijn arm gebroken. Hij mag niet...
Shing kolunu kırdı. O...
Cevap:
Shun wil niet eten. Hij wil liever...
Shun yemek yemek istemiyor. O...
Cevap:
Siham volgt een cursus. Ze leert...
Siham bir kursa gidiyor. O...
Cevap:
Simon bouwt een huis. Het huis wordt...
Simon bir ev inşa ediyor. Ev...
Cevap:
Simon wil leraar worden. Hij moet veel...
Simon öğretmen olmak istiyor. O...
Cevap:
Simone leest graag een krant. Ze koopt hem...
Simone gazete okumayı sever. O...
Cevap:
Sita bakt een taart. Haar kinderen vinden…
Sita bir kek pişiriyor. Çocukları...
Cevap:
Sita geeft taart aan haar opa. Hij vindt dat...
Sita dedesine kek veriyor. O...
Cevap:
Sjaak werkt in een fabriek. Daar werkt hij...
Sjaak bir fabrikada çalışıyor. O...
Cevap:
Sonia zit in de bus. Ze gaat naar...
Sonia otobüste. O...
Cevap:
Sonya houdt van muziek. Ze luistert...
Sonya müziği sever. O...
Cevap:
Sophia houdt van rijst. Ze kookt dat...
Sophia pirinci sever. O...
Cevap:
Sophie is vaak in het bos. Ze kijkt graag naar...
Sophie sık sık ormanda. O...
Cevap:
Sou eet graag maïs. Ze eet maïs meestal met...
Sou mısır yemeyi sever. O...
Cevap:
Souad koopt bananen op de markt. Ze koopt ook...
Souad pazarda muz alıyor. O...
Cevap:
Stanley wil een groter huis. Hij wil ook...
Stanley daha büyük bir ev istiyor. O...
Cevap:
Stefan belt met zijn zus. Zijn zus is...
Stefan kız kardeşiyle telefonda konuşuyor. Kız kardeşi...
Cevap:
Stefana vindt wandelen leuk. Ze doet dat...
Stefana yürüyüş yapmayı sever. O...
Cevap:
Stephan moet sporten van de dokter. Hij gaat...
Stephan doktor tarafından spor yapmak zorunda. O...
Cevap:
Steven is in het ziekenhuis. Hij gaat morgen...
Steven hastanede. O...
Cevap:
Sven komt uit het ziekenhuis. Hij is...
Sven hastaneden çıktı. O...
Cevap:
Sylvia is kapper. Ze moet vandaag veel...
Sylvia bir kuaför. Bugün...
Cevap:
Tamal moet remmen. Hij ziet een...
Tamal fren yapmak zorunda. O...
Cevap:
Tanya is bakker. Ze verkoopt...
Tanya bir fırıncı. O...
Cevap:
Tara wil een motor kopen. Een motor is...
Tara bir motosiklet almak istiyor. Motosiklet...
Cevap:
Tara zoekt werk. Ze kijkt in...
Tara iş arıyor. O...
Cevap:
Tariq eet alleen. Hij vindt dat...
Tariq yalnız yemek yiyor. O...
Cevap:
Tess eet veel fruit. Fruit is...
Tess çok meyve yer. Meyve...
Cevap:
Thirza wil later in het ziekenhuis werken. Ze moet eerst...
Thirza daha sonra hastanede çalışmak istiyor. O...
Cevap:
Thomas ligt in het ziekenhuis. Hij vindt dat...
Thomas hastanede yatıyor. O...
Cevap:
Tim drinkt graag koffie. Hij drinkt liever koffie dan…
Tim kahve içmeyi sever. O...
Cevap:
Tim is jarig. Zijn zus geeft hem een...
Tim'in doğum günü. Kız kardeşi ona...
Cevap:
Tirza koopt een nieuw bed. Ze koopt ook...
Tirza yeni bir yatak alıyor. O...
Cevap:
Tony eet brood. Hij eet het brood met...
Tony ekmek yiyor. O...
Cevap:
Tuan zit op school. Hij heeft volgende week...
Tuan okulda. O...
Cevap:
Veel mensen praten in de les. Nena vindt dat...
Sınıfta çok insan konuşuyor. Nena...
Cevap:
Vera doet suiker in haar thee. Haar thee wordt zo...
Vera çayına şeker koyuyor. Çayı...
Cevap:
Victor heeft een nieuw huis. Hij gaat morgen...
Victor yeni bir ev aldı. O...
Cevap:
Wayan drinkt koffie met zijn buurman. Hij vindt dat...
Wayan komşusuyla kahve içiyor. O...
Cevap:
We gaan mijn broer ophalen. Hij heeft geen...
Erkek kardeşimi almaya gidiyoruz. O...
Cevap:
Wij willen wat leuks doen. We gaan...
Eğlenceli bir şey yapmak istiyoruz. Biz...
Cevap:
Wil je mijn huis zien? Ik woon hier...
Evimi görmek ister misin? Ben...
Cevap:
Wil jij op mijn kinderen passen? Ik ga vanavond...
Çocuklarıma bakabilir misin? Ben...
Cevap:
William neemt een drankje. Dat helpt tegen...
William bir içecek alıyor. Bu...
Cevap:
Xuan is in de supermarkt. Ze wil...
Xuan süpermarkette. O...
Cevap:
Yaira werkt bij een apotheek. Ze werkt daar...
Yaira bir eczanede çalışıyor. O...
Cevap:
Younes heeft veel vrienden. Hij gaat vaak met ze naar...
Younes'in çok arkadaşı var. O...
Cevap:
Yun eet 's ochtends niet veel. Ze eet dan alleen...
Yun sabahları çok yemek yemez. O...
Cevap:
Yvonne doet haar spullen in dozen. Zij gaat morgen…
Yvonne eşyalarını kutulara koyuyor. O...
Cevap:
Zarina moet de vis eerst schoonmaken. Daarna gaat ze hem...
Zarina önce balığı temizlemek zorunda. Sonra...
Cevap:
Zina kookt met veel kruiden. Zo wordt haar eten...
Zina yemeklerini çok baharatla pişiriyor. Bu şekilde...
Cevap:
Zola maakt het huis schoon. Ze doet dat...
Zola evi temizliyor. O...
Cevap: